Trouw zuigt

Bedreigingen / Hoort het erbij?
door Romana Abels en Dorien Pels
Check Trouw Maandag 15 maart 2004


Er gaat geen week voorbij of iemand wordt met de dood bedreigd. Advocaten, bestuurders, politici: ze moeten voortdurend over hun schouder kijken. En dan zijn er de talloze bedreigingen aan het adres van tramconducteurs, medewerkers van sociale diensten of EHBO-posten, die de krant nooit halen.

Officier van justitie Koos Plooy houdt het voor gezien. Hij houdt het niet langer vol om te werken terwijl hij met de dood wordt bedreigd. Maar Plooy is lang niet de enige. Bij jusitie is bedreiging aan de orde van de dag.

De Amsterdamse rechtbank plaatste begin deze maand detectiepoortjes bij de ingang, om ervan verzekerd te zijn dat bezoekers geen wapens met zich meedragen. Die poortjes duiken steeds meer op in het publieke domein. Want niet alleen de rechterlijke macht krijgt steeds vaker te maken met doodsbedreigingen. Kamerleden, ministers, burgemeesters, wethouders, zelfs woordvoerders van belangenverenigingen. Allemaal werden ze recentelijk met de dood bedreigd. Steeds meer mensen in openbare functies kijken voortdurend over hun schouder.

Koos Karssen is nog niet zo lang burgemeester van Maassluis. In januari zat hij er een jaar, na dertig jaar raadslidmaatschap in Bodegraven. Maar dat ene jaar was lang genoeg om te merken dat het stadje onder de rook van Rotterdam dezelfde grootstedelijke problematiek kent als zijn grote broer. Wat dat betreft zijn ze in Maassluis wel iets gewend. Maar toch, toen eind december een brief binnenkwam waarin raad en stadsbestuur bedreigd werden, was dat voor het eerst.

Karssen: ,,Eerst kwam er een brief waarin ons ernstig werd aangeraden af te zien van de sloop van een aantal flatgebouwen. Een maand later volgde een mailtje waarin stond dat ons de kogel zou wachten als we onze plannen zouden doorzetten.'' Het was net een week nadat op een school in Den Haag een leraar werd doodgeschoten. Dat speelde mee in de beoordeling van het dreigement. Karssen: ,,Het houdt je constant bezig. Toen ik wethouder was in Bodegraven ben ik een keer in elkaar geslagen. Dus mij hoef je niet te vertellen dat je dit soort bedreigingen serieus moet nemen.''

In Maassluis volgde meteen overleg met de politie. ,,Die vertelde ons dat we de zaak heel serieus moesten nemen, maar ons ook moesten realiseren dat maar een heel klein deel van dit soort bedreigingen ook wordt uitgevoerd. Ze vertelden waar we op moesten letten: op ongewone omgevingsfactoren, dingen die je anders over het hoofd ziet.''

Zo erg als bij officier van jusitie Koos Plooy was het in Maassluis niet. Na te zijn bedreigd woonde Plooy met twee lijfwachten in een appartementje, weg van zijn gezin. Maar toch: de huisdeur van de Maassluise burgemeester Karssen zit altijd op het nachtslot. De familie kijkt wie er voor de deur staat, alvorens open te doen. En er staan detectiepoortjes bij iedere openbare raadsvergadering in Maasssluis. ,,Alsof je op Schiphol staat. Maar het geeft wel een gevoel van veiligheid. Dat je weet als je daar zit: niemand hier heeft wapens op zak. Er is trouwens nog nooit iets gevonden.''

,,Het houdt je wel bezig. Het heeft hier in de raad enorme indruk gemaakt'', zegt Karssen. Toch weet hij dat Maassluis verre van uniek is. ,,Collega-burgemeesters hebben allemaal ervaring met dit soort dingen. Het hoort tegenwoordig een beetje bij het openbaar bestuur. We hebben hier onlangs ook allerlei faciliteiten bij de sociale dienst aangebracht om de veiligheid van de medewekers daar te waarborgen. En die voorzieningen zijn er ook in andere gemeenten.''

De regio Rotterdam-Rijnmond heeft de afgelopen twee jaar nogal wat ervaring opgedaan met bedreigingen. Eerst was er een kogelbrief aan Frank Rijkaard bij Sparta, die de opmaat was tot een hele regen aan kogels in enveloppen verstuurd aan prominenten. Recent ontvingen de trammaatschappij en Leefbaar Rotterdam nog (nep)poederbrieven en op dit moment speelt behalve de bedreiging van de raad in Maassluis, ook die van de burgemeester van Rozenburg. En dat is waarschijnlijk het topje van een ijsberg, want de politie brengt gevallen van bedreiging niet zelf naar buiten. ,,Wij houden het vaak stil, want iedere publicatie brengt weer nieuwe gevallen teweeg'', zegt de Rotterdamse politiewoordvoerder A. Geelof.

Geelof weet het zeker: het aantal bedreigingen is de laatste jaren enorm toegenomen. En het is niet het meest bevredigende soort misdrijf om te rechercheren. ,,We kijken altijd eerst of je aan de brief kunt zien dat het om een malloot gaat. Maar ook dan gaan we op zoek naar technisch bewijs.'' Dat kan in het geval van een brief bestaan uit vingerafdrukken. ,,Maar als die brief via een postkamer gekomen, dan is dat al heel lastig, omdat de brief door veel mensen is aangeraakt.'' Nog ingewikkelder is het uit te vinden wie een dreigtelefoontje pleegde of waar een anoniem mailtje vandaan kwam.

Politiewerk in het geval van bedreiging van een publiek figuur bestaat vaak uit extra surveillances, voorrang bij meldingen en begeleiding van de slachtoffers. Zo weten de raadsleden van Maassluis zich verzekerd van een surveillance-auto binnen een paar minuten nadat zij 112 bellen. ,,We hoeven dan niet meer alles uit te leggen'', zegt burgemeester Karssen.

Landelijk worden er geen cijfers bijgehouden van het aantal bedreigingen. Het is een misdrijf met veel impact voor de slachtoffers, maar nauwelijks vervolging van de dader. De man die 25 kogelbrieven verstuurde naar prominente Nederlanders, is nog niet veroordeeld. De eerste poedermalloot werd in hoger beroep vrijgesproken.

L. de Lange, woordvoerder van het landelijk parket: ,, Het hoort een beetje bij de manier waarop de maatschappij is veranderd. Mensen zijn assertiever, fatsoensnormen nemen af. Terwijl ze vroeger de hoed afnamen voor de burgemeester, zeggen ze het nu meteen als een beslissing hen niet bevalt.''

Volgens Cees van der Vijver, hoogleraar politiestudies in Enschede, is het zonneklaar dat het aantal bedreigingen toeneemt, als onderdeel van de verharding van de samenleving. ,,Het is nu blijkbaar mode. Publieke figuren hebben zodra ze hun mond open doen al een dreigmailtje aan hun broek. En publicatie van een dreigement lijdt altijd tot het opstaan van copycats, anderen die hetzelfde gaan doen.'' Lang niet altijd wordt een dreigement geëffectueerd. Van der Vijver: ,,Het is vaak een basale vorm van communicatie.''

,,Het is alsof er een soort woede sluimert in de samenleving die zich richt op willekeurige personen'', zegt Trudy Prins, woordvoerder van de antirokersvereniging Stivoro. Prins kreeg in januari van dit jaar te maken met een anticampagne die tien dagen duurde. ,,Het begon met een berichtje op een website, daar reageerde iemand op, en toen weer iemand. Binnen de kortste keren hadden ze mijn telefoonnumer op internet gezet, mobiel en thuis. En ik kreeg telefoontjes met de strekking: we weten waar je kinderen naar school gaan.''

Prins is geschrokken van de directheid in de communicatie per internet en e-mail. ,,Vroeger stuurden mensen gewoon een kaartje als ze het niet met je eens waren. Maar nu volgt het een op het ander. De eerste schreef iets wat net op het randje was. De volgende ging daar overheen. Op een gegeven moment was 'hoer!' het minst erge wat door de telefoon werd geroepen.''

De 'misdaden' van Prins waren twee dingen. Ze had op de website van Stivoro gemeld dat ruim 900000 mensen zich op de website hadden opgegeven als kandidaat om met roken te stoppen. Dat bleek onwaar. Het cijfer ontleende Stivoro aan een onderzoek van het Nipo, dat mensen had ondervraagd over hun goede voornemens. En een dagboek van een niet-rokend tienermeisje, dat Stivoro als authentiek op haar site had gezet, bleek een reclamestunt.

Pinokkio Prins, ging Stivoro-woordvoerster Trudy Prins toen nl heten, en van lieverlee werden de kwalificaties erger. ,,Het ging al lang niet meer over het onderwerp, maar over mijn persoon.'' Alles wat Prins daarna nog zei werd groot op geenstijl.nl gezet, een populaire website met nieuwtjes. ,,Toen ik de provider vroeg of dit allemaal wel gepubliceerd mocht worden, kreeg ik het nog veel erger over me heen. Een enorme dosis agressiviteit richtte zich op mij. Allemaal anoniem natuurlijk, al kon ik van degenen die me villeine sms-berichten stuurden wel het telefoonnummer achterhalen. Als ik ze dan terugbelde, legden ze snel neer.''

Tien dagen lang ging de mobiel van Trudy Prins onophoudelijk af. Tien dagen lang wist Prins niet zeker of ze serieus moest nemen dat haar man en kinderen moesten opletten, of dat ze te maken had met bluf. ,,Ik dacht maar: die mensen hebben het vast te druk met mailen om hiernaartoe te komen. Maar ik was dermate zwart gemaakt, dat er maar eentje hoefde te denken dat hij de wereld een dienst zou bewijzen door mijn uit de weg te ruimen.'' Op de school van haar kinderen maakte ze duidelijk dat haar kroost nimmer met een onbekende mocht meegaan.

Toch deed Prins geen aangifte. ,,Ik heb navraag gedaan bij iemand van de digitale recherche. Die vertelde me dat de pakkans minimaal is, en dat ik erop kon rekenen dat het feit dat er een onderzoek naar de herkomst van deze teksten zou worden gestart weer nieuwe haatberichten zou genereren. Bovendien zou de dader waarschijnlijk toch niet meer krijgen dan een lichte taakstraf.''

Voor Trudy Prins is het duidelijk: de wetgever moet paal en perk stellen aan de mogelijkheid tot anoniem uitschelden. De opsporingsmogelijkheden moeten worden uitgebreid, de straffen hoger. Maar bij de politiek vond ze tot nog toe geen gehoor.

Toch is het fenonmeen de meeste plitici niet onbekend. PvdA-kamerlid Peter van Heemst kreeg ermee te maken toen hij vragen had gesteld over wangedrag in het Feijenoord-stadion. ,,Meteen kreeg ik haatmail. Harde taal, anoniem, pe e-mail. Ik heb er eigenlijk nooit mee te koop gelopen. In de Tweede Kamer wordt er ook niet veel over gepraat. Ik neem aan dat mensen die zoiets overkomt wel het fractiebestuur inlichten. Ik heb dat toen ook gedaan. En ik heb geïnformeerd naar de procedure rond dit soort zaken. Toen bleek dat we zulke mail direct moeten doorsturen naar de politie Haaglanden. Maar ik begrijp dat er weinig aanknopingspunten zijn om iemand te pakken.''

De dreigende mail maakte op Peter van Heemst weinig indruk. ,,Ik heb er twee bekeken, en van de rest gedacht: daar zal wel ongeveer hetzelfde in staan'', zegt hij. Met zijn eigen ervaring heeft het dan ook niets te maken dat hij in 2002 ontwerper van een wetsvoorstel om de maximumstraf voor bedreiging van publieke figuren flink te verhogen. Het wetsvoorstel, dat samen met het CDA was gemaakt, is echter nooit ingediend, omdat minister Donner beloofde te kijken naar de maximumstraffen voor alle misdrijven. Binnenkort wordt de herijking van de strafmaat in de Kamer besproken.

,,In mijn voorstel zouden niet alleen publieke figuren meer bescherming krijgen, maar vooral ook mensen in publieke functies. Tramconducteurs, medewerkers van de sociale dienst, medewerkers van EHBO-posten en van ziekenhuizen. Zij hebben het meest te maken met de directe manier waarop mensen tegenwoordig communiceren. Politici en wethouders moeten niet gaan denken dat ze het nu heel zwaar hebben. Wij zitten nog relatief veilig. Die mensen met publieke functies, daar zit de echte pijn.''

 



 

Terug naar GeenStijl.nl