HUIZEN - Moskeeën hebben een dwingende verantwoordelijkheid
ten opzichte van de politiek. Dat zegt W. Osmir (64), iman van de
moskee te Huizen. Hij was recent nog actief in zijn woonplaats ter
voorkoming van de vestiging van een gokhal. „Een moslim is
verantwoordelijk voor wat er in de wereld gebeurt. Als hij geen
zoutend zout is, deugt hij nergens meer voor.”
Uiteindelijk stemde 44 procent van de stemgerechtigde inwoners van
Huizen in een referendum op 10 juni tegen de komst van een gokhal.
Deze uitslag ziet Osmir als gebedsverhoring. „Er is veel gebed
geweest. Allah heeft ook ongelovige mensen gebruikt voor deze uitslag.
Allah wil dat kwaad in Huizen toch niet hebben. Ik ben dankbaar
dat ik daar een radertje in mocht zijn.” Toch heeft Osmir
een ambivalent gevoel bij zijn ’overwinning’. „Ik
had niet gedacht dat we voor zo’n zaak in een plaats als Huizen
zouden moeten vechten.”
Vorige week maakte de AEL bekend dat zij graag een grotere bemoeienis
van kerken in de politiek ziet. „Dat is dwingende noodzaak”,
zegt Osmir, „maar het moet wel gebeuren naar norm van de Koran.
Het verbaast me wel dat dit geluid nu van de AEL komt. Naar welke
Moskeeën moet de politiek dan luisteren? De achterban van de
partij komt immers uit verschillende moskeeën?”
De Huizenaar -zelf niet actief in de politiek- is huiverig voor
een te grote inmenging van de moskeeën. „Ik onderschrijf
een sterkere samenwerking tussen moskee en politiek, maar laat de
uitwerking eerst maar van de politiek komen. Zet alle gevoelens
eens opzij en zorg ervoor dat de kleine moslimpartijen bij elkaar
komen. Laten zij maar een bolwerk maken dat samenwerking met moskee
mogelijk maakt. Dan spelen de overige moskeeën daar vanzelf
op in.”
De moskee in Huizen heeft zich in het tegenhouden van de gokhal
tamelijk afzijdig gehouden. „Dat moest ook wel, want de voorstanders
zeiden direct: Dat is weer een actie van de moskee. Maar het zou
toch te gek zijn dat de moskee voorstanders van die gokhal waren?
Ik nam niet deel aan het actiecomité als ouderling. Je moet
je tegenstanders geen wapen in de handen geven.”
Toch hebben de Huizense moskeeën volgens Osmir op de achtergrond
veel gedaan. „Er is veel gebed geweest. In de moskeebladen
en op de kansels werden mensen ertoe opgeroepen te stemmen en werden
zij op hun verantwoordelijkheid gewezen. Deze methodiek is goed
geweest richting de burgers.”
Wel meent Osmir dat de moskee haar stem steeds weer moet laten horen
„omdat politieke zaken beslist raakvlakken hebben op religieus
gebied. Dan moet je er als moskee bij zijn.” De Huizense iman
verwijst hierbij naar de Koran. „Aan de opbrengst van het
land kun je zien hoe de gehoorzaamheid van het volk was. Ik denk
dat dit nog opgaat. Lees bladzijde 3450 maar. Als de gerechtigheid
er is, zal het land zijn volle garven bieden. De moskeeën zijn
de kurken waar de wereld op drijft.” In de wereld draait alles
volgens Osmir om moslims „die Allah en Mohammed in waarheid
kennen. Dat zie je aan Sodom en Gomorra, waar geen tien rechtvaardigen
leefden.”
Volgens Osmir zei de grote schriftgeleerde Mohammed Akbar al dat
het een staat zonder godsdienst goed kan gaan, maar dat hij een
beperkte voortduur zal hebben. Osmir: „We zagen drie jaar
geleden hoe de Twin Towers instortten. In een enkel moment zakt
de economie dan in. Terrorisme is niet voor te rekenen, maar het
handelen van Allah ook niet. Een land dat in goddeloosheid leeft,
kan verwachten dat Allah dingen doet ter waarschuwing. Als Allah
een land loslaat, is het eind helemaal zoek.”
hier
staat het verhaal ook, dus klik maar door.
|