Tekst van het
verhoorinzake de moord op het zevenjarige meisje Kumral Bagci. De
verdachtedie verhoord werd is de 48-jarige vrouw die in september
zelfmoordpleegde in haar cel.
De rechercheur die het verhoor afneemt wordt verder
aangeduid alsR en de verdachte wordt aangeduid als V.:
11.21 uur
R (op luide toon) "Geef antwoord. Wij vragen
je wat. Geefantwoord. Geef eens antwoord! Ben je echt niet goed
bij je hoofd?!Kreeg je van F. geld? Zeker een leuke aanvulling op
je uitkering.Weet je hoe je een vrouw noemt die zich voor geld laat
neuken;een ordinaire hoer. Triest voor je kinderen om dit te weten.
Jekrijgt je zin niet dus ontvoer je het kind. Kind weg .... Je bentgeen
mens maar een beest. Je bent niet goed bij je hoofd. Je offertje
bloedeigen zoon op. Je bent geen beest maar een monster. Jehebt
het kind ritueel afgeslacht omdat hij (Kumrals vader, red.)niet
wilde trouwen niet zijn neukertje. Je bent een ordinaire hoer,monster,
een beest. Je offert je eigen zoon op.
V: "Ik weet van deze zaak niets".
R: "Je weet niet veel . . . Oog om oog",
tand om tand,kind om kind." Op luide toon: "Kijk ons aan!
Zit niette liegen, je vingerafdrukken staan erop. Monster, dat je
je eigenkinderen kapot laat gaan. Door jou, door een ordinaire stinkhoer.Weet
je wat er met je zoon gaat gebeuren in de PI (penitentiaireinrichting,
red.) als ze horen dat hij een moordenaar is dan spugenze hem uit.
Wat voor moeder ben je dat je je eigen zoon kapot maakt.."
Opluide toon: "Kijk ons aan. Geef antwoord. Kijk ons aan. Geefantwoord."
V: "Ik weet van deze zaak niets."
R (op luide toon): "Je liegt. Kijk ons aan.
Leugenaar. Geefthet veel bloed een klein kind? E. (zoon verdachte,
red.) heefthet gezien.
V: "Ik weet van deze zaak niets."
R: "Zeg het eens: ik ontken. betrokken te
zijn."
V: "Ik weet van deze zaak niets."
R: "Je liegt. Ze maken je zoon af als hij
als moordenaar wordtaangewezen. Je hebt dan zijn dood op je eigen
geweten; van je eigenkind. Monster. Oh wat ben je een monster. Dat
zulke mensen bestaan.Je bent echt gek. Je bent gek. Je liegt dat
je barst. Je spoortniet. Gruwelijke leugenaarster. . Je eigen kind
laat je barsten.De rechter gaat zich rot lachen om jouw verklaringen.
V: "Maar ik weet van deze zaak echt niets
af."
R: "Heb je een relatie gehad, heb je seks
gehad?"
11.47 uur
R: "Je bent een leugenaar. Heb je het alleen
gedaan? Was heteen ongelukje? Een ongelukje moetje wegwerken. In
zakken en ineen tas proppen." (op luide toon): "Geef antwoord.
Geefantwoord, geef antwoord. Je hebt een probleem. E. heeft een
groterprobleem. We gaan E. vertellen, je eigen moeder helpt je naar
dekloten. Kijken of hij dan nog respect heeft. Zou je willen datB.
(dochter van V., red.) en de andere kinderen ook hier zaten?"
11.52 uur
R: "Hoe ziet dat er uit een kind van 7 spartelend
in doodsstrijd.Zie je het dode hoofd van Kumral voor je? Heeft zij
staan kotsenof hebben jouw kinderen hier niets mee te maken.
11.58 uur
(over relatie met F.) R: "Hij nam je dan op
je eigen bed.Hij trok dan fl. 100,-- uit zijn kontzak en zei dan
tot volgendeweek. Jij fl. 100,--; je bent een hoer, je bent een
monster, jebent een vieze egoïst, dat je ontkent. Je bent laf.
Je hebteen kind van 7 vermoord."
De verdachte geeft telkens te kennen dat zij van deze zaak echtniets
af weet. Ze begint vermoeidheidsverschijnselen te vertonen.
12.02 uur
De rechercheurs slaan op de tafel.
"Toon's wat fatsoen. Geef antwoord. Heb je wel eens een beest
geslacht.
12.13 uur
R: "Hoe werkt dat een kind afslachten. Heb
je het de keelafgesneden? Vies hè, het bloed spuit alle kanten
op terwijlhet hartje nog doorklopt;
> heb je toen als een varken opgehangen om uit te laten bloeden;wie
heeft de rotzooi opgeruimd? Mochten jouw kinderen helpen metopruimen.
> Vijf liter bloed van een kind van 7 jaar; dat is een halve
emmer.Dat bloed gaat klonteren; dat bloed ruikt."
V. zegt telkens niets van deze zaak af te weten. Kijkt timide.
R: "Je bent te schijterig om ons aan te kijken.
Hoe zou jehet vinden als een van jouw kinderen gruwelijk vermoord
zou worden.Jij houdt je mond. E. draait ervoor op. Over en weer
zal er gemoordgaan worden. Goede kans dat S. (jongste kind van V.,
red.) de eersteis Je laat je kinderen altijd alleen naar school
gaan. Zelfs inde periode toen Kumral vermist werd liet je je eigen
kinderen alleennaar school gaan. Wat ben jij nu voor een moeder?"
12.24 uur
R: "Gelukkig lijkt E. op zijn vader. Als hij
op zijn moederlijkt moet hij zich schamen. Een moeder die zijn kind
opoffert."
12.2 5 uur
R: "Je bent geen moeder maar een monster.
Zorg dat je geenmonster bent, beken je eigen aandeel. Voorkom dat
E. een pesthekelaan je krijgt door hier niet mee door te gaan."
12.27 uur
R: "Chanteerde hij jou, neuken of werk. Waarom
moest jij sekshebben met F.?"
Verdachte geeft telkens te kennen dat zij geen seks met F. heeftgehad
en van deze zaak niets afweet.
12.30 uur
Een spervuur van vragen waarop verdachte telkens het antwoord geeftdat
zij het niet weet waarop telkens direct wordt geroepen leugenaar''.
Dit alles op luide toon.
12.47 uur
R: "Je hebt je laten naaien voor een paar
centen. Moeten weje hoer noemen. Heb je een verhouding gehad met
F.? Er gaan geruchtenzowel in de Turkse als in de Marokkaanse gemeenschap
dat jij eenrelatie met F. hebt gehad."
Verdachte ontkent dit.
R: "Je bent slim maar oh zo dom."
12.53 uur
R: "Vieze vuile leugenaar. Vuile vieze hoer.
Leugenachtigmonster. Je bent het laagste van het laagste. Je offert
je eigenkind op. Wat voor moeder ben je. Je bent een monster.
13.02 uur
R: "Heb je slaap. Word je moe van hè,
liegen? Je geeuwt.Dat is een teken van liegen. We weten exact wanneer
je liegt."
Dit alles op luide toon. Weer een spervuur van vragen waarop ertelkens
bij het antwoord van verdachte direct wordt gezegd: 'jeliegt.'
Tot circa 5 tot 6 keer toe. Naar aanleiding hiervan zegt R:
"Ja, daar gaan we weer. Stomme trut, ordinaire hoer, monster,
stommetrut. Wat ben jij, ik vraag niet wie ben jij. Als ik zo'n
wijfals jij thuis had, was ik al lang dood. Heeft de vader van jouwkinderen
jou daarom laten zitten? Als je nu alles zou vertellenkan je alle
leugens rechttrekken."
Verdachte zegt telkens dat zij van deze zaak niets afweet.
13.07 uur
R: "Je bent geen moeder als je ervoor zorgt
dat je eigen kindnaar de kloten gaat."
13.08 uur
R: "Je bent verantwoordelijk dat E.'s vingerafdrukken
eropstaan. Egoïstische trut. Rot wijf."
13.09 uur
Op luide toon: "Kijk me aan. Stomme trut, stom wijf dat jebent."
Er wordt hard op de tafel geslagen. "Je bent nietgoed bij je
hoofd. Wat voor moeder ben je? Je bent een monster."
13.10 uur
"Haat je jezelf niet? Wij kunnen je helpen."
13.11 uur
R: "C. dit houd je ook niet vol. Hier ga je
helemaal aan kapot.Laat de rechter merken dat je er mee komt. Zeg
dat je wilt helpen.Weet je wat er gebeurt als je vrij komt: een
tweede dode. Dat erdingen zoals jij op deze aarde rondlopen. Zijn
ze allemaal zo inde familie of ben jij de enige die niet spoort
of zijn de anderennog gekker. Ik heb ook kinderen en moet er niet
aan denken datmijn kinderen zo'n moeder zouden hebben.
> V zegt telkens met zachte stem dat ze van deze hele zaak nietsafweet.
Je hebt vier kinderen Hoeveel vertrouwen zullen de kinderenin een
moeder hebben die haar kind laat vallen?"
13.24 uur
R: "Ik ben net opa geworden. Dit komt
er voor jou ook aan.Je wilt toch geen kleinkind dat van zijn vader
hoort, oma was erniet voor mij? Mogelijk kun je ervoor zorgen dat
je kind vrij komt."
13.27 uur
R: "Kies voor je kinderen dan zullen ze trots
op je zijn."
13.29 uur
R: "Niemand zal E. nakijken als kindermoordenaar.
Jij moethem die kans gunnen. Laat zien dat je van je kinderen houdt
endat ze kunnen zeggen 'mamma heeft voor ons gekozen'."
13.34 uur
R: "Als jij ons helpt dan zal E. dit morgen
horen. Dan zalhij uit zijn dak gaan. Dan zal hij blij zijn dat zijn
moeder voorhem heeft gekozen. E. zou je graag willen omhelzen. Die
moederzou hij moeten hebben. Vind jij het niet fijn als hij om je
nekhangt?
13.36 uur
R: "Wij denken dat E. onschuldig is. Waarschijnlijk."
Verhoor wordt gestopt rond 13.50 uur.
14.15 uur 23 september 2003
Vanaf 14.16 uur: twee andere rechercheurs zetten het verhoor voort.
14.16 uur
R: "C., je oog is dik. Wat is ermee aan de
hand? Heb je gehuild?Nee? Het is helemaal opgezet."
V: "Ik weet het niet. Ik heb geen gevoel daar."
R: "Het kan toch niet zo maar ontstaan?"
R. toont aan V. plastic tas en vraagt: herken je deze tas (hetis
een tas van Leen Bakker).
14.36 uur
Er wordt aan V. gevraagd om van een rol plastic vuilniszakken eenvuilniszak
af te scheuren en aan R. te overhandigen. Ook wordtzij gedwongen
een plastic Leen Bakker tas vast te pakken. Oppraktisch hetzelfde
moment dat verdachte met de Leen Bakker tasin haar hand zit wordt
een kindersporttasje op haar schoot gepropten valt van haar schoot
af.
14.37 uur
Er is sprake van fysiek contact tussen een van de rechercheursdie
met zijn hand op haar schouder zit. Hij vraagt aan haar opzachte
toon:
"Kan jij laten zien dat je een goede moeder bent. Ik kan jehelpen.
Ik ga met F. voor je praten; dit doe ik voor jou. Ik ga jehelpen.Je
moet ons wel wat geven om je te kunnen helpen. Zal ik je helpen?Geef
me dan een hand?"
V. geeft R. een hand.
R. blijft deze hand van V. vasthouden en zit zo naast haar handin
hand (als een stelletje)
"Vertel ons alles."
V zegt: "Ik weet niets, dus ik kan helemaal
niets vertellen."
R: "Daar red je het niet mee."
V: "Ik weet van deze zaak echt niets."
R: "E. rekent op je. Je moet de waarheid vertellen.
Doe hetvoor E. Laat ze trots op je zijn." (inmiddels houdt
de rechercheurde hand van V. met twee handen vast en van tijd tot
tijd gaat hijmet een hand naar haar schouder en masseert haar schouder).
V. zegt dat ze helemaal niets weet van deze zaak.
R. zegt: "wij weten wel beter. Die vingerafdrukken
staan opde tas.""
14.50 uur
R: "laat je kind nou niet in de steek. Jehelp
E. ermee. vertel wat je weet. E. rekent op je. hij zit inde cel,
hij kaner niet tegen. Hij vertrouwt op zijn moeder.
15.07 uur
Na een hoop 'geslijm' van de rechercheur zegt hij tegen V. "Hijkan
er niet tegen."
15.08 uur
R: "E. wordt gek in zijn cel. Hij zegt: je
moet het aan mijnmoeder vragen."
V: "Ik weet het niet."
R: "Je kind zit bij de politie in een cel.
Ik zou gek worden.Hij rekent op jou. Hij vertrouwt jou."
V. begint te huilen.
R.: "Je mag van mij huilen. Hij zit in een
cel. Hij wil metniemand praten. Hij zegt: 'vraag hei: aan mijn moeder.'
Hij isniet trots op jou als jij niets zegt. Hij vertrouwt en rekent
opjou."
15.11 uur
R: "Als je E. helpt, kan hij straks misschien
naar huis."
15.15 uur
R: gaat B. trouwen. Als ze gaat trouwen ben je
er niet bij. Hoeleg je dat uit. Wil je weten hoe het meet B. gaat
dan moet jepraten. Zolang je het niet doet, hijg je geen contact
met haar."
15.23 uur
V. zit er verslagen bij.
V. moet harder huilen.
R: "Dit is het einde voor je kind."
15.35 uur
R: "Laat E. maar barsten. Help hem maar niet.
Laat hem maarnaar de donder gaan. Hij wordt dan aangezien als kindmoordenaar.Zou
ik me maar niet druk om maken."
Verhoor wordt vervolgd tot circa 17.00 uur.
(via: mr. Ad Westendorp / HaagseCourant)
|